Programma & synopsis
LET OP! – Deze synopsis betreft een conceptverhaallijn. Het definitieve verhaal, alsmede de nummers, kunnen nog wijzigen.
Hoog boven de aarde, ver van sneeuw en zorgen, kijkt een vriendelijke Kerstengel neer op een wereld die haar licht dreigt te verliezen. De lucht is zwaar van verwachting — “A Christmas Carol” klinkt als een echo van een hoopvolle kerstgedachte. Maar terwijl de muziek klinkt, beginnen we ook de eerste scheurtjes in het ijs te zien. Het is bijna Kerstmis, maar op de koude straten van een grauwe stad is warmte ver te zoeken.
Mensen haasten zich, ramen blijven gesloten en kerstlichtjes lijken minder fel dan ooit. In het bijzonder valt haar blik op een klein meisje: Luna.
Luna is een vlotte meid van een jaar of twintig. In haar handen houdt ze een doosje met vuurwerksterretjes — kleine vonken van hoop. Ze probeert ze te verkopen aan voorbijgangers in de hoop wat geld te verdienen voor haar zieke broertje. Haar broertje ligt thuis in bed. In silhouet horen we de stem van Luna’s vader. Hij zingt: “Christmas, Children”. Er is geen geld voor medicijnen, geen kerstboom, geen feestmaal. Alleen hoop.

De engel, geraakt door Luna en haar broertje en hun stille strijd, besluit af te dalen naar de aarde. In menselijke gedaante, gehuld in een prachtige mantel, verschijnt zij op het plein.
Terwijl de dag verstrijkt, mengt de engel zich tussen de mensenmassa. Luna is schuw, maar haar ogen verraden de glinstering van een droom die ze nog niet heeft durven opgeven. Ze telt in stilte af naar Kerstmis, naar een wonder misschien. Samen met de engel fantaseert ze hoe het zou zijn om kerst echt te kunnen vieren. Met kaarsen, warme chocolademelk, gelach — en vooral: met haar familie aan tafel. “Counting Down to Christmas” wordt haar lied, vol verwachting.
In de daaropvolgende uren ontstaat er een vriendschap tussen Luna en die vreemde, lieve vrouw die steeds opduikt. Als het even kan, dansen ze samen op het plein en lijkt de kou te verdwijnen. Een “Winter Wonderland” vult de ruimte, en voor het eerst in tijden glimlacht Luna oprecht. De mensen kijken vreemd op, maar iets aan haar vreugde is aanstekelijk.
Langzaam maar zeker begint er iets te veranderen. De engel zingt over vreugde die dieper gaat dan cadeaus of lichtjes – vreugde die ontstaat door verbondenheid. “Joyful, Joyful” klinkt groots en hoopvol. Luna luistert aandachtig. Misschien is er meer mogelijk dan ze dacht.
De stad lijkt plotseling anders. Mensen groeten elkaar, blijven staan bij het meisje met de sterretjes, lachen. Ze zingen met haar mee. “It’s the Most Wonderful Time of the Year” lijkt een belofte. Ook een jazzy “Jingle Bells”, speels en vol leven, druist over het plein.
Het begint te schemeren. In een stil moment vertelt Luna over haar broertje. Hoe ze samen liedjes zingen, sterren tellen uit het raam en kerstverhalen lezen bij kaarslicht. Haar ogen vullen zich met tranen. De engel legt een hand op haar schouder terwijl “Seasons of Love” klinkt: een herinnering dat liefde niet in dagen of geld wordt gemeten, maar in gedeelde momenten.
Samen kijken ze naar de sterren. Luna vraagt: “Bestaan wonderen echt?” De engel zegt niets, maar zingt zacht “Mary, Did You Know” — een lied over geloof, over wat zou kunnen zijn als we durven te vertrouwen.
Luna besluit, vol goede moed, nog één keer op pad te gaan. Ze verkoopt haar sterretjes met meer overtuiging. Haar ogen stralen. Mensen beginnen haar op te merken. Sommigen stoppen zelfs om haar een praatje te maken of iets extra’s te geven. Eigenlijk heeft Luna maar één wens: “Laat ons met Kerst samen zijn.” “I’ll Be Home for Christmas”
Als de avond valt en de sterren fonkelen, zingt de engel nog één lied — een slaapliedje. “The Seal Lullaby”. Luna valt in slaap op een bankje, met in haar armen de lege doos sterretjes. De engel kijkt toe en verdwijnt zachtjes in de nacht. En zodra de ochtend gloort, wordt Luna wakker met tranen van geluk. Was het een droom? Was het een wonder?…
In de slottonen van “Oh, Holy Night” klinkt het antwoord niet in woorden, maar in muziek. Een wonder hoeft geen magie te zijn. Soms is een glimlach genoeg. Een lied. Een mens die naar je kijkt.
Boven hen, haast onzichtbaar voor het oog, zweeft de engel. Ze kijkt nog één keer naar beneden. Het licht is terug.